Zij fietsten vele jaren door de polders en kleine dorpjes. Op de bagagedrager van haar oude fiets hing een versleten fietstas. Dagelijks raapten zij lege bierflessen en andere statiegeldflessen op die op de openbare weg lagen of in de polder langs slootkanten, en stopte deze in haar fietstas. Aan het einde van iedere dag leverde zij die in bij de lokale supermarkten en hield daar een klein bedrag aan over. Daar kocht zij haar boodschappen van. Zij leefde heel zuinig en was tevreden met weinig. Niemand had door dat zij die flessen verzamelde, en zij maakte thuis alle flessen schoon, Na vele tientallen jaren begonnen er in alle supermarkten alarmbellen te rinkelen. Voor het personeel betekende dit dat ze moesten opletten op verdachte situaties zoals diefstal, gebrek aan hygiëne, mensen lastig vallen, alcoholisme of drugsgebruik. Van de een op de andere dag stond ze levenslang geregistreerd als een veelpleger en werd door iedereen in haar omgeving vermeden. Het geld wat zij al die jaren bij elkaar gesprokkeld had schonk zij aan allerlei goede doelen, zonder zelf maar een cent rijker ervan te worden. Deze verwarde oude vrouw, die niemand kwaad deed en juist een positieve bijdrage leverde aan de maatschappij door het milieu te helpen en geld in te zamelen voor goede doelen, werd plotseling bestempeld als verdacht. Haar jarenlange inzet en zuinige levensstijl werden genegeerd. Het is triest om te zien hoe snel mensen een oordeel kunnen vellen op basis van oppervlakkige informatie. In plaats van deze vrouw te ondersteunen en waarderen voor haar bijdrage, werd zij veroordeeld zonder dat iemand naar haar verhaal luisterde. Dit incident werpt ook een schaduw op de maatschappij waarin we leven. We zijn zo gefocust op criminaliteit en negatieve aspecten dat we vaak de positieve acties over het hoofd te zien. Deze vrouw had geen kwade bedoelingen maar werd toch behandeld alsof ze een misdadiger was. We moeten ons bewust worden van dit soort situaties en beseffen dat niet alles is wat het lijkt. Het is belangrijk om een open-minded te blijven en onze medemensen met respect te behandelen, ongeacht hun achtergrond of omstandigheden. Misschien kunnen we iets leren van deze verwarde oude vrouw: dat het mogelijk is om met eenvoudige acties een positief verschil te maken in de wereld. Tekst: Bingky & Friends ©
Pearly Spencer leeft in de stad vol pijn Hij heeft geen geld, geen huis, geen vrienden Hij zwierf door de straten, op zoek naar een teken Van hoop, van liefde, van medeleven Pearly Spencer hoort de mensen praten Ze lachen hem uit, ze kijken hem na Ze zien hem niet als een mens, maar als een last Ze negeren zijn stem, zijn tranen, zijn hart Pearly Spencer droomt van een beter leven Hij wil gelukkig zijn, hij wil vrij zijn Hij wil de wereld zien, hij wil iets geven Maar hij weet dat het nooit zal gebeuren Pearly Spencer sterft in een koude nacht Hij heeft geen afscheid, geen bloemen, geen graf Hij wordt vergeten, hij wordt gewist Maar hij blijft zingen in zijn lied Tekst: Bingky & Friends ©
Ze had de rollator al een tijdje in huis, maar ze durfde er niet mee naar buiten te gaan. Ze schaamde zich voor haar afhankelijkheid, haar zwakte, haar ouderdom. Ze wilde niet dat de buren haar zouden zien, of de kinderen uit de straat. Ze wilde niet dat ze medelijden met haar zouden hebben, of erger nog, haar zouden uitlachen. Maar op een dag besloot ze dat het genoeg was. Ze wilde weer leven, genieten, ontdekken. Ze wilde weer moedig voorwaarts gaan, ook al wist ze niet waarheen. Ze pakte haar rollator en versierde hem met bloemen, linten en stickers. Ze gaf hem een naam: Moedig Voorwaarts. Ze trok haar mooiste jurk aan en deed een hoed op. Ze keek zichzelf aan in de spiegel en glimlachte. Ze zag er prachtig uit. Ze opende de voordeur en stapte naar buiten. De zon scheen, de vogels floten, de lucht was blauw. Ze voelde een golf van vreugde door haar heen gaan. Ze was vrij. Ze liep langs de huizen van haar buren, die haar verbaasd aankeken. Sommigen groetten haar vriendelijk, anderen negeerden haar of trokken hun wenkbrauwen op. Het maakte haar niet uit. Ze liet zich niet meer beïnvloeden door wat anderen van haar dachten. Ze was trots op zichzelf en op haar rollator. Ze liep naar het park, waar ze al jaren niet meer geweest was. Ze zag de bloemen, de bomen, de eenden in de vijver. Ze rook de geuren, hoorde de geluiden, voelde de wind in haar haren. Ze was gelukkig. Ze ging op een bankje zitten en haalde een boterham uit haar tas. Ze nam een hap en keek om zich heen. Ze zag een man met een hond, een vrouw met een kinderwagen, een jongen met een fiets. Ze zag mensen van alle leeftijden, kleuren en maten. Ze zag leven. Ze besefte dat ze niet alleen was, dat ze deel uitmaakte van een groter geheel. Dat ze nog steeds iets te bieden had, iets te leren had, iets te beleven had. Dat ze nog steeds hoop had. Ze stond op en pakte haar rollator weer vast. ze wist niet waar ze naartoe zou gaan, maar dat gaf niet. Ze wist dat ze altijd moedig voorwaarts zou gaan, en dat de hoop het laatste zou sterven. Bingky & Friends ©
´Een karavaan met humor en geduld´
Ali was een jonge man die ervan droomde om de wereld te zien. Hij had gehoord dat er veel wonderen en schoonheden waren buiten zijn kleine dorp in de woestijn. Hij wilde reizen, avonturen beleven en nieuwe mensen ontmoeten. Maar hij had een probleem: hij had geen geld om een paard of kameel te kopen. Hij kon alleen lopen, maar dat zou te lang en te vermoeiend zijn. Op een dag hoorde hij dat er een karavaan zou vertrekken naar de grote stad. Hij besloot om zich aan te sluiten bij de reizigers en vroeg of hij mee mocht rijden op een van hun kamelen. De leider van de karavaan keek hem aan en zei: "Jongen, je hebt geen geld om ons te betalen. Waarom zouden we je meenemen? We hebben al genoeg lasten om te dragen." Ali was teleurgesteld, maar hij gaf niet op. Hij zei: "Ik heb misschien geen geld, maar ik heb wel iets anders dat waardevol is: humor en geduld. Ik kan jullie vermaken met mijn grappen" en verhalen, en ik kan jullie helpen met de problemen die we onderweg tegenkomen. Humor en geduld zijn de kamelen waarmee je door alle woestijnen kunt gaan." De leider van de karavaan lachte en zei: "Humor en Geduld? Dat zijn geen kamelen, dat zijn luchtkastelen! Wat heb je daaraan in de woestijn? Je hebt water, voedsel en bescherming nodig. Humor en geduld zullen je niet redden van de hitte, de dorst en de gevaren." Ali antwoordde: "Dat is waar, maar humor en geduld kunnen het leven draaglijker maken. Ze kunnen je hoop geven, je angst verminderen en je vriendschap brengen. Ze kunnen je laten zien dat er meer is dan alleen zand en stenen. Ze kunnen je laten glimlachen, zelfs als alles tegenzit." De leider van de karavaan was onder de indruk van Ali ´s woorden. Hij dacht: "Deze jongen heeft misschien geen geld, maar hij heeft wel moed en wijsheid. Hij heeft een goed hart en een vrolijke geest. Hij zou een goede metgezel zijn voor onze reis." Hij zei tegen Ali: "Goed, je mag met ons meegaan. Maar je moet wel beloven dat je ons niet zult vervelen of irriteren met je humor en geduld. Je moet weten wanneer je moet spreken en wanneer je moet zwijgen." Ali beloofde dat hij dat zou doen. Hij bedankte de leider van de karavaan en sprong op de rug van een kameel. Hij was blij dat hij eindelijk zijn droom kon waarmaken. Hij keek uit naar de reis die voor hem lag. Auteurs: Bingky & friends ©
Hij had al zo lang gewacht op dit moment. Hij had alles opgegeven voor zijn droom: zijn familie, zijn vrienden, zijn baan, zijn geld. Hij had jaren lang gereisd, gestudeerd, geoefend, gebeden. Hij had alle tegenslagen overwonnen. Hij had maar één doel voor ogen: de beste violist ter wereld worden. En nu stond hij daar, op het podium van de beroemdste concertzaal ter wereld, met zijn kostbare viool in zijn handen. Hij keek naar het publiek dat hem verwachtingsvol aanstaarde. Hij voelde de spanning in zijn lichaam, de adrenaline in zijn bloed, de emotie in zijn hart. Hij was er klaar voor. Dit was zijn kans om te schitteren, om te bewijzen wat hij waard was, om zijn droom waar te maken. Hij sloot zijn ogen en begon te spelen. De eerste noten klonken zuiver en helder, als engelenzang. Hij liet zich meevoeren door de muziek, die uit zijn ziel leek te stromen. Hij speelde met passie, met vuur, met genialiteit. Hij speelde alsof zijn leven ervan afhing. Maar toen gebeurde het ondenkbare. Midden in een virtuoze passage brak een van de snaren van zijn viool. Het geluid stierf abrupt weg, als een schreeuw die in de keel bleef steken. Hij opende zijn ogen en zag de geschokte gezichten van het publiek, die hem aanstaarden met medelijden, verbazing, teleurstelling. Hij voelde een golf van paniek over zich heen spoelen. Wat moest hij doen? hoe kon hij dit herstellen? Hoe kon hij verder spelen? Hij keek naar zijn viool, die nu nutteloos in zijn handen lag. Hij keek naar de gebroken snaar, die als een wond aan zijn instrument hing. Hij besefte dat hij alles verloren had. Zijn droom was in duigen gevallen. Zijn leven was voorbij. Maar toen herinnerde hij zich iets. Iets wat hij ooit had gelezen in een oud boek. Een zin die hem altijd was bijgebleven: "Hoop is de tweede ziel van de ongelukkigen." Hij voelde een sprankje hoop in zijn borst gloeien. Hij dacht aan al die jaren van hard werken, van toewijding, van liefde voor de muziek. Hij dacht aan al die mensen die in hem geloofden, die hem steunden, die hem bewonderen. Hij dacht aan zichzelf, aan zijn talent, aan zijn wilskracht. Hij besloot om niet op te geven. Om te vechten voor zijn droom. Om te laten zien wat hij kon. Hij legde zijn viool opzij en nam een besluit. Hij begon te zingen. Auteurs: Bingky & Friends. ©
´Jonge man met veel Problemen´
Er was eens een oude man die een klein dorpje bezocht. Hij was daar om de mensen te helpen met hun problemen op te lossen. Een jonge man kwam naar hem toe en zei: "Ik heb zojuist mijn vader verloren. Ik ben zo verdrietig en ik weet niet wat ik moet doen." De oude man antwoordde: "Ik kan je helpen, maar je moet me eerst vertellen hoeveel zorgen je hebt." De jonge man antwoordde: "Ik heb zoveel zorgen dat ik ze niet kan tellen." De oude man zei: "Dan kan ik je niet helpen. Je moet eerst al je zorgen opschrijven en ze me dan laten zien." De jongeman ging weg en schreef al zijn zorgen op papier. Hij kwam terug naar de oude man en liet hem de lijst zien. De oude man zei: "Je hebt te veel zorgen. Je moet er minstens de helft van schrappen." De jonge man ging weg en schrapte de helft van zijn zorgen. Hij kwam terug naar de oude man en liet hem de nieuwe lijst zien. De oude man zei: "Je hebt nog steeds te veel zorgen. Schrap er nog eens de helft van." De jonge man ging weg en schrapte nog eens de helft van zijn zorgen. Hij kwam terug naar de oude man en liet hem de nieuwe lijst zien. De oude man zei: "Nu heb je nog maar één zorg over. Dat is het verlies van je vader. Dat is een echte zorg, maar het is ook een zorg die mettertijd zal vervagen." Auteurs: Bingky & Friends ©
Het was een regenachtige dag in Amsterdam. Lisa had net haar examen afgelegd en was op weg naar huis. Ze had geen goed gevoel over haar prestaties. Ze had veel gestudeerd, maar ze vond de vragen te moeilijk. Ze hoopte dat ze zou slagen, maar ze vreesde dat ze zou zakken. Ze liep langs een boekwinkel en zag een boek in de etalage dat haar aandacht trok. Het was een roman over het leven van Vincent van Gogh, een van haar favoriete schilders. Ze besloot om het boek te kopen, om zichzelf te troosten. Ze ging de winkel binnen en vroeg naar het boek. De verkoper glimlachte en zei: "Dat is ook toevallig. Er is net iemand geweest die hetzelfde boek zocht. Hij heeft het laatste exemplaar meegenomen." Lisa voelde een steek van teleurstelling. Ze had zo graag dat boek willen lezen. Ze bedankte de verkoper en verliet de winkel. Ze liep verder en kwam bij een bushalte. Ze zag dat de bus die ze moest nemen net weg was gereden. Ze zuchtte en keek op haar horloge. Ze had nog een half uur voordat de volgende bus zou komen. Ze besloot om een kopje koffie te drinken in een café in de buurt. Ze ging naar binnen en bestelde een cappuccino. Ze zocht een plekje om te zitten en zag dat er nog één tafeltje vrij was, bij het raam. Ze liep er naartoe en zag tot haar verbazing dat er een boek op de tafel lag. Het was hetzelfde boek dat ze in de boekwinkel had gezien. Ze pakte het boek op en bladerde er doorheen. Het was hetzelfde boek dat ze in de boekwinkel had gezien. Het zag er nieuw uit, alsof het nog niet gelezen was. Ze keek om zich heen, maar ze zag niemand die er naar zocht. Ze vroeg zich af of iemand het per ongeluk had achtergelaten. Ze ging zitten en begon te lezen. Het boek was fascinerend. Het vertelde over de passie, de strijd en het genie van Van Gogh. Lisa vergat de tijd en raakte helemaal verdiept in het verhaal. Na een tijdje kwam er een jongeman naar haar toe. Hij had blond haar en blauwe ogen, en hij droeg een leren jas en een spijkerbroek. Hij glimlachte vriendelijk en zei: "Hallo, ik ben Tom. Sorry dat ik je stoor, maar ik geloof dat je mijn boek hebt." Lisa schrok op en keek naar het boek in haar handen. Ze voelde zich betrapt en bloosde. "Oh, sorry, ik wist niet dat het van jou was", stamelde ze. "Ik zag het hier liggen en ik dacht dat iemand het vergeten was." "Geen probleem", zei Tom. "Ik ben blij dat je ervan geniet. Ik heb het net gekocht in de boekwinkel, maar ik moest even naar het toilet. Ik heb het hier achtergelaten, omdat ik dacht dat niemand het zou meenemen." Hij keek naar haar met een nieuwsgierige blik. "Ben je ook fan van Van Gogh?" vroeg hij. "Ja, heel erg", zei Lisa. "Hij is mijn favoriete schilder." "Dat is toevallig", zei Tom. "Hij is ook mijn favoriete schilder," Hij ging tegenover haar zitten en bestelde ook een cappuccino. "Mag ik je iets vragen?" zei hij. "Ja, natuurlijk", zei Lisa. "Heb je vandaag examen gedaan?" vroeg hij. Lisa keek hem verbaasd aan. "Hoe weet je dat?" vroeg ze. "Ik heb je gezien in de examenzaal", zei Tom. "Ik deed ook examen." Lisa herinnerde zich hem nu. Hij zat in de zelfde rij als zij, een paar stoelen verderop. "En, hoe ging het?" vroeg hij. Lisa haalde haar schouders op. "Niet zo goed", zei ze. "Ik vond het heel moeilijk, ik denk dat ik gezakt ben." Tom knikte begrijpend. "Ik snap wat je bedoelt", zei hij. "Ik vond het ook heel moeilijk. Ik denk dat ik ook gezakt ben." Ze keken elkaar aan en lachten. "Misschien hebben we geluk", zei Tom. "Misschien valt het mee." "Misschien", zei Lisa. Ze praatten verder over het examen, over Van Gogh, over hun hobby´s en interesses. Ze ontdekken dat ze veel gemeen hadden. Ze voelden zich op hun gemak bij elkaar. Ze vergaten de tijd en de bus. Ze wisselden telefoonnummers uit en spraken af om elkaar weer te zien. Ze liepen samen naar buiten en zagen dat de zon was gaan schijnen. Ze keken elkaar aan en glimlachten. Het was een mooie dag. Auteurs: Bingky & Friends ©
´Hij had de kunst geleerd om in doodgewone dingen de schoonheid te vinden´
Hij was een eenvoudige man die een eenvoudig leven leidde. Hij werkte als boekhouder bij een klein bedrijf, woonde in een klein appartement, en had geen vrouw of kinderen. Hij had geen grote dromen of ambities, hij was tevreden met wat hij had. Elke dag volgde hij hetzelfde ritueel. Hij stond op, maakte zijn bed op, kleedde zich aan, ontbeet, ging naar zijn werk, kwam terug, at, las een boek, en ging slapen. Hij sprak niet veel met anderen, hij had geen vrienden of familie om mee te praten. Hij was alleen, maar niet eenzaam. Hij hield van de kleine dingen in het leven. Hij hield van de geur van verse koffie in de ochtend, de glimlach van de bakker die hem een croissant gaf, de zonnestralen die door het raam vielen, de vogels die floten in de bomen, de rustige muziek die uit zijn radio kwam, de warmte van zijn deken in de nacht. Hij zag de schoonheid in alles wat hij deed. Hij zag schoonheid in de cijfers die hij invoerden in zijn computer, in de patronen die ze vormden op het scherm, in de logica en orde die ze vertegenwoordigden. Hij zag schoonheid in de boeken die hij las, in de verhalen die ze vertelden, in de woorden die ze gebruikten. Hij zag schoonheid in zichzelf, in zijn eenvoud en eerlijkheid, in zijn vrede en harmonie. Hij was gelukkig. Hij had geen behoefte aan meer. Hij had de kunst van het leven geleerd: om in doodgewone dingen de grootste schoonheid te vinden. Auteurs: Bingky & Friends ©
´Arme Jack de straatveger´
Hij heette Jack en hij was arm. Hij woonde in een klein vervallen huisje aan de rand van de stad, samen met zijn vrouw en drie kinderen. Hij werkte hard als straatveger, maar zijn loon was nauwelijks genoeg om eten te kopen. Elke dag zag hij de rijke mensen in hun glanzende auto ´s en dure kleren voorbijrijden. Hij voelde zich vernederd en machteloos. Op een dag vond hij een portemonnee op straat. Hij opende hem en zag dat er veel geld in zat. Hij keek om zich heen en zag niemand. Hij dacht aan zijn hongerige gezin en besloot de portemonnee mee te nemen. Hij rende naar huis en liet zijn vrouw de vondst zien. Ze waren dolblij en kochten meteen eten, kleren en speelgoed voor de kinderen. Maar hun geluk was van korte duur. Enkele dagen later stond er een politieagent voor hun deur. Hij zij dat hij op zoek was naar de dief van de portemonnee van een rijk zakenman. Hij had een tip gekregen dat Jack de dader was. Hij arresteerde Jack en nam hem mee naar het politiebureau. Daar werd Jack geconfronteerd met de eigenaar van de portemonnee. Het was een oude, grijze man met een koude blik in zijn ogen. Hij herkende Jack meteen als de straatveger die hij vaak had gezien. Hij beschuldigde Jack van diefstal en eiste dat hij gestraft zou worden. Jack probeerde zich te verdedigen. Hij zei dat hij het geld nodig had voor zijn gezin, dat hij geen kwaad wilde doen, dat hij spijt had van zijn daad. Maar de rijke man luisterde niet. Hij zei dat armoede geen excuus was voor misdaad, dat Jack een zondaar was die zijn rijkdom benijdde, dat hij hem nooit zou vergeven. De rechter was het eens met de rijke man. Hij veroordeelde Jack tot een lange gevangenisstraf. Jan smeekte om genade, maar het mocht niet baten. Hij werd weggevoerd naar de cel, waar hij zijn lot betreurde. Hij besefte dat hij een fout had gemaakt, maar ook dat hij geen kans had gehad op een beter leven. Hij besefte dat armoede een zonde was die de rijken hem nooit zouden vergeven. Auteurs: Bingky & Friends ©
De afgunst was een vogel die hoog in de lucht vloog. Hij keek altijd met bewondering naar de zee, die glinsterde in de zon en golfde in de wind. Hij vond de zee zo mooi en vrij, dat hij niets liever wilde dan erin duiken en erin zwemmen. Maar de afgunst zag nooit de rotsen die onder het wateroppervlak lagen. Hij zag niet hoe de zee soms tegen de rotsen beukte en schuimde van woede. Hij zag niet hoe de zee soms rustig over de rotsen heen stroomde en ze glad en rond maakte. Hij zag niet hoe de zee en de rotsen samen een evenwicht vormden, waarin ze elkaar nodig hadden en respecteerden. Op een dag besloot de afgunst om zijn droom waar te maken. Hij dook naar beneden, recht op de zee af. Hij sloot zijn ogen en spreidde zijn vleugels, klaar om het water te voelen. Maar hij voelde geen water, hij voelde een harde klap. Hij had een rots geraakt, die hij niet had gezien. Hij viel op het strand, gewond en versuft. De zee zag wat er was gebeurd en had medelijden met de afgunst. Ze spoelden over hem heen en probeerde hem te troosten. Ze zei: "Je hebt een fout gemaakt, afgunst. Je hebt niet begrepen dat ik niet alleen ben, maar dat ik samenwerk met de rotsen. Zij geven mij vorm en ik geef hen kleur. Zij houden mij in toom en ik geef hen leven. zij zijn mijn vrienden en ik ben hun vriendin." De afgunst opende zijn ogen en keek naar de zee. Hij zag nu voor het eerst hoe mooi ze was, maar ook hoe krachtig en gevaarlijk. Hij zag nu ook de rotsen, die onder het water schitterden of boven water uitstaken. Hij zag nu hoe de zee en de rotsen elkaar aanvulden en ondersteunden. Hij besefte dat hij jaloers was geweest op iets wat hij niet kende en niet begreep. Hij zei tegen de zee: "Het spijt me, zee. Ik heb je verkeerd beoordeeld. Ik heb je alleen gezien als een bron van plezier, maar niet als een bron van wijsheid. Ik heb je willen hebben, maar niet willen delen. Ik heb je willen veranderen, maar niet willen accepteren." De zee glimlachte en zei: "Het is goed, afgunst. Je hebt je vergist, maar je hebt ook geleerd. Je hebt nu gezien wat ik echt ben, maar ook wat jij echt bent. Je bent geen vogel die in het water hoort, maar een vogel die in de lucht hoort. Je hebt geen vleugels om te zwemmen, maar om te vliegen. Je hebt geen ogen om te staren, maar om te kijken." De afgunst knikte en bedankte de zee voor haar woorden. Hij stond op en schudde zijn veren uit. Hij voelde zich lichter en vrijer dan ooit tevoren. Hij spreidde zijn vleugels en vloog weer omhoog, naar de lucht waar hij thuishoorde. Hij keek nog een keer naar beneden, naar de zee en de rotsen. Hij zag ze nu niet meer als rivalen of obstakels, maar als bontgenoten en leraren. Hij zag ze nu niet meer met afgunst, maar met bewondering en respect. Auteurs: Bingky & Friends ©
´Dementie als een tweederangsburger´
In onze samenleving is er nog steeds een groot taboe rondom dementie. Mensen die lijden aan deze ziekte worden vaak behandeld als tweederangsburgers, waarbij hun stem niet wordt gehoord en hun waardigheid niet wordt erkent. Dit artikel werpt licht op de manier waarop mensen met dementie worden behandeld en hoe we dit kunnen veranderen.
Dementie is een progressieve aandoening die het vermogen van de hersenen aantast. Het geheugenverlies en de cognitieve achteruitgang maken het moeilijk voor mensen met dementie om zichzelf uit te drukken en betrokken te blijven bij gesprekken. Dit kan leiden tot een sociaal isolement en gevoelens van angst en frustratie. Helaas wordt er vaak over mensen met dementie gesproken in plaats van met hen te spreken. Hun meningen, ervaringen en gevoelens worden genegeerd of gebagatelliseerd. Ze worden behandeld alsof ze niet meer meetellen, alsof hun persoonlijkheid volledig is vervaagd door de ziekte.
Deze ongelijke behandeling komt voort uit een gebrek aan begrip en empathie voor mensen met dementie. Vaak wordt de focus gelegd op de beperkingen en verliezen die de ziekte met zich meebrengt, in plaats van op de persoon achter de diagnose. Dit leidt tot een stigmatisering van mensen met dementie en een gebrek aan inclusie in onze maatschappij. Daarnaast heerst er ook nog veel onwetendheid over dementie. Mensen weten niet goed hoe ze moeten omgaan met iemand die lijdt aan deze ziekte en vermijden vaak het contact uit angst iets verkeerd te doen of te zeggen. Hierdoor worden mensen met dementie nog meer geïsoleerd en wordt hun gevoel van eigenwaarde aangetast.
Het is echter mogelijk om deze situatie te veranderen. Het begint allemaal bij bewustwording en educatie. We moeten leren begrijpen wat dementie echt inhoudt en hoe we op een respectvolle manier kunnen communiceren met mensen die eraan lijden. Bovendien moeten we ons bewust zijn van het feit dat mensen met dementie nog steeds individuen zijn, met unieke gedachten, behoeften en emoties. Door hen actief bij gesprekken te betrekken, kunnen we hun waardigheid herstellen en hen laten voelen dat ze er nog steeds toe doen.
Gedichten als uitlaatklep
Gedichten spelen een belangrijke rol in het uiten van emoties en ervaringen, ook voor mensen met dementie. Het kan een krachtig middel zijn om de innerlijke wereld van iemand met dementie naar buiten te brengen en begrip en empathie te creëren bij anderen. Als gedichtenlezers kunnen we ons inzetten voor het geven van een stem aan mensen met dementie. We kunnen hun gedichten lezen, delen en bespreken, waardoor ze zich gehoord en begrepen voelen. Dit kan bijdragen aan het doorbreken van het stigma rondom dementie en het bevorderen van inclusie. Laten we samenwerken om de behandeling van mensen met dementie te verbeteren. Laten we luisteren naar hun verhalen, ervaringen en gedichten. Laten we hen betrekken bij onze gesprekken en hen erkennen als volwaardige gesprekspartners. Door bewustwording te vergroten, educatie te bieden en empathie te tonen, kunnen we een maatschappij creëren waarin mensen met dementie niet langer tweederangsburgers zijn. Tekst: Bingky & Friends ©